Alle voorwaarden voor goed tunnelbeheer wijzen in één richting: Voorspelbaar onderhoud

december 2021

De komende vijf jaar gaat Croonwolter&dros zes Zuid-Hollandse tunnels onderhouden voor Rijkswaterstaat. In nauwe samenwerking met de opdrachtgever houden zij de beschikbaarheid optimaal en vervangen zij installaties die het einde van hun levensduur bereiken. Croonwolter&dros zorgt ervoor dat in de loop van de contractperiode de transitie plaatsvindt naar voorspelbaar onderhoud. Hoe pak je dat aan bij bestaande kunstwerken, die onderling verschillen in leeftijd, functie, ontwerp en configuratie van systemen? OTAR sprak met assetmanagers Martijn Marijnen en Brendan Kleer van Croonwolter&dros over de aanpak.

Het tunnelcontract heeft twee hoofddoelen. In de eerste plaats de komende vijf jaar borgen van beschikbaarheid van de Beneluxtunnel, de Drechttunnel, de 2e Heinenoordtunnel, de Noordtunnel en de Sytwendetunnel. In 2023 komt daar nog de Ketheltunnel bij en in 2024 de Heinenoord tunnel. In de tweede plaats moet binnen die contractduur van vijf jaar de omslag gerealiseerd worden van conventioneel naar voorspelbaar onderhoud.

"De kern is dat verschillende soorten data gecombineerd met menselijke expertise nodig is om te voldoen aan de eisen die de beheerder aan ons stelt."
Martijn Marijnen, Assetmanager

De beheerder wil veiligheid en beschikbaarheid van zijn areaal. En dat voor de langere termijn. Graag duurzaam, en met zo min mogelijk afhankelijkheid  van expertise van het individu. Het uitgangspunt van Croonwolter&dros is zo efficiënt mogelijk invulling geven aan deze vraag. Martijn Marijnen: “Je moet heel precies weten welke eisen per tunnel gelden en zoeken naar meetgegevens die daar informatie over geven. De kern is dat verschillende soorten data gecombineerd met menselijke expertise nodig is om te voldoen aan de eisen die de beheerder aan ons stelt .”

Voorspelbaar onderhoud

“In de media zie je zo nu en dan voorbeelden van infrastructurele objecten die verminderd beschikbaar zijn. Dat vindt de samenleving anno 2021 niet meer acceptabel. Waar de effecten van zo’n gedeeltelijke afsluiting vroeger nog overzichtelijk waren, zien we dat het nu direct grote impact heeft op de mobiliteit van een grote groep mensen, constateert Brendan Kleer. Beschikbaarheid van tunnels is nu uitzonderlijk goed. Maar er is een dreiging dat we beschikbaarheid niet kunnen garanderen als we nu aan de voorkant niet investeren op preventief onderhoud. We zetten daarom onder andere conditiemonitoring in.  

Er is veel te doen om kunstwerken zo te kunnen beheren dat we ondanks de enorm groeiende verkeersintensiteit veiligheid en beschikbaarheid kunnen waarborgen. Dat kan door smart maintenance; onderhouds- en renovatiebeleid dat je baseert op monitoring van de daadwerkelijke conditie van onderdelen en deelsystemen. Ook vanuit economisch en duurzaamheidsperspectief is dat de beste optie. Je vervangt niet omdat de statistiek of de garantie van een systeem dat dicteert, maar je benut voluit de levensduur die het kan hebben met de specificaties die je als vereiste hebt geformuleerd.

Wanneer je dat monitoringssysteem hebt geïmplementeerd weet je wanneer welk onderhoud en renovatie nodig is, zodanig dat je niets verspilt en storingen voor bent. Als beheerder ben je dan maximaal in controle. Elke storing, ook één waarvoor de tunnel niet dicht hoeft om hem te verhelpen, betekent immers wel dat je schaars personeel moet inzetten om het te verhelpen.”

De kunst van data gedreven onderhoud

Martijn Marijnen: “Voorspelbaar beheer van een heel areaal van kunstwerken kent twee uitdagingen. De eerste is het beheer van grote hoeveelheden informatie. Hoe genereer je ze, hoe verwerk je ze, hoe haal je de bruikbare beslisinformatie eruit, en hoe houd je je dataverzameling toegankelijk?  De tweede uitdaging is het vinden van nieuwe informatiebronnen. Aan een spoor waarover een trein rijdt, kun je vrij makkelijk zien of dat spoor nog in de goede conditie is. Je kunt de slijtage meten, bijvoorbeeld aan de afstand tussen de twee spoorstaven. Wordt die te groot, dan vraagt dat actie. Bij elektrotechnische systemen, of onderdelen daarvan, is moeilijker vast te stellen wanneer actie nodig is. Hoe kunnen we met conditiemonitoring nauwkeuriger voorspellen wanneer bijvoorbeeld een laagspanningsverdeler gaat falen? Daar willen we, voor elk van de ongeveer vijftig systemen die een tunnel telt, een vinger achter krijgen. Je zoekt naar antwoord op de vraag: welke conditie-informatie is nodig? Welke signaalinformatie is daarvoor bruikbaar? En hoe maak en installeer ik een meetsysteem om aan die data te komen? Net als bij dat spoor zijn elektrotechnische installaties en de onderdelen daarvan wel te volgen, alleen zien we de signalen nog niet altijd. Daar moeten we in groeien, dat willen we leren.”

Stuurinformatie

Marijnen: “De tunnels in Zuid-Holland die we er nu bij in beheer hebben gekregen zijn van Rijkswaterstaat. Maar we beheren ook tunnels van provincies en gemeenten. Verschillende beheerders gebruiken verschillende systemen, en wanneer zij hetzelfde systeem gebruiken, hebben ze die toch weer anders ingericht. Het verdient dus voorkeur om beslisinformatie voor beheerders onafhankelijk te maken van programma’s. Wij zijn er echt van overtuigd dat je moet denken in termen van informatie, en niet in applicaties. Wij moeten de objectieve stuurinformatie aan opdrachtgevers zo aanleveren dat zij het kunnen gebruiken.

“Verduurzaming van het beheer gaat hand in hand met efficiëntie en doelmatigheid. Dezelfde informatie die we genereren om het areaal veilig en bruikbaar te houden, is ook de sleutel tot duurzaam gebruik”.
Brendan Kleer, Assetmanager

Duurzaam onderhoud

“Verduurzaming van het beheer gaat hand in hand met efficiëntie en doelmatigheid. Dezelfde informatie die we genereren om het areaal veilig en bruikbaar te houden, is ook de sleutel tot duurzaam gebruik”, stelt Kleer. “Wanneer je een tunnelventilator koopt en de fabrikant zegt dat die tien jaar mee moet kunnen gaan, waren we voorheen gewend om hem na die tien jaar te vervangen, of voor de zekerheid nog ietsje eerder. Nu houd je de conditie van het apparaat in de gaten, en je gooit hem niet weg voordat je ziet dat hij minder gaat presteren en onder een vastgestelde grens komt. Dat kan ook na twaalf jaar zijn; per saldo bespaar je op aankopen en materiaal. Je bent storingen voor, waarmee je bovendien vervoersbewegingen van onderhoudsmonteurs reduceert. En je registreert het stroomverbruik van elektrotechnische installaties, omdat dat een belangrijke graadmeter kan zijn voor de conditie van het systeem. Je hebt daarmee ook stuurinformatie in handen om het verbruik te optimaliseren. Dat betekent dat voorspelbaar onderhoud bijna gelijkstaat aan duurzaam onderhoud, en dat maakt de investering erin dus dubbel zinvol. Omdat de infra in Nederland nu staat voor een grote renovatie- en vervangingsopgave, én een enorme uitdaging om te verduurzamen heeft, én er schaarste aan ervaren onderhoudspersoneel is, is nu het moment om het onderhoud van de infrastructuur om te zetten naar voorspellend onderhoud.”

Stuur verhaal door