‘Nadenken over energievraagstukken zit in ons DNA’

OTAR, februari 2023

Mensen en ondernemingen beter laten presteren door toepassing van intelligente technologische oplossingen voor verduurzaming van de leefomgeving. Dat is de missie van Croonwolter&dros, dat in projecten een belangrijke bijdrage wil leveren aan de energietransitie bij nieuwe en bestaande infrastructuur. Daarbij kan het gaan om energiereductie, energieopwekking en energieopslag, maar ook om CO2-reductie en – meer op materiaalniveau – het gebruik van duurzame materialen en hergebruik van producten en grondstoffen. Energie- en CO2-metingen helpen de pijnpunten boven water te krijgen en daadwerkelijk resultaten te boeken.

Bij nieuwbouwprojecten is het makkelijker om duurzame installaties te verwerken. “Neem bijvoorbeeld de A16 bij Rotterdam, ’s werelds eerste energieneutrale snelweg met een tunnel. In de nieuwe Rottemerentunnel zitten straks 54 verschillende tunneltechnische installaties. Bij elkaar is er voor die installaties net zoveel energie nodig als voor een gemiddelde woonwijk. We hebben daarvoor in de tender- en ontwerpfase gekeken hoe we die tunnel energieneutraal kunnen krijgen en het energieverbruik met wel 50% gereduceerd”, vertelt Jeroen Ruzicka, Consultant binnen de afdeling Technologie & Ontwikkeling van de divisie Infra van Croonwolter&dros. De resterende benodigde energie wordt opgewekt met zonnepanelen. “In de toekomst kan tevens energieopslag, wat nu nog in ontwikkeling is, worden toegevoegd”, zegt Kees Lokhorst, HSE-manager van de divisie Infra van Croonwolter&dros.

"Energiebesparingen zijn ook te realiseren zonder vervangingen of andere ingrijpende aanpassingen in de onderhoudsfase van een project."
Jeroen Ruzicka, Consultant

Ook bestaande assets

De opgedane kennis vanuit dit project wordt toegepast om ook bij de huidige grote vervangings- en renovatieopgave van bestaande infrastructuur energiereductie en zelfs energieneutraliteit te realiseren, zo stellen Ruzicka en Lokhorst. “Bijvoorbeeld door bij renovatie een aantal installaties te vervangen en tegelijkertijd duurzaamheid en energiereductie mee te nemen. Bij een tunnel kan dit door toepassing van ledverlichting of een energiezuinigere tunnelventilator.” Energiebesparingen zijn ook te realiseren zonder vervangingen of andere ingrijpende aanpassingen, in de onderhoudsfase van een project. “Denk aan het optimaliseren van schakelstanden van tunnelverlichting of het toepassen van frequentieregelaars op ventilatoren. Door de instellingen van een installatie te veranderen, zorg je ervoor dat deze efficiënter werkt.”

Concrete maatregelen

In de praktijk laat Croonwolter&dros dit onder meer zien bij het Tunnel Onderhoud Prestatiecontract TOP II in West Nederland Zuid (onderhoud zes tunnels) en de twee A73-tunnels. “Daar voeren we een aantal van deze maatregelen concreet door, die het energieverbruik van een tunnel minimaal met 20 tot 30% moeten reduceren”, aldus Ruzicka. “Al in de tenderfase had Rijkswaterstaat aangegeven energiebesparing een belangrijk thema te vinden bij beide tenders en werden we uitgedaagd om met innovaties te komen. Ons plan voor energiereductie is daar goed beoordeeld en dat mogen wij nu in die projecten uitvoeren.”

Energiemonitor

Hiervoor analyseerde Croonwolter&dros al in de tenderfase de data rond het totale energieverbruik van de tunnel. “Vervolgens hebben we op basis van de technische kennis hier in huis het energieverbruik van de deelinstallaties ingeschat en gecombineerd met ervaringen met eerder uitgevoerde maatregelen”, schetst Ruzicka. “Want stap 1 bij energiereductie is energiemanagement: om de juiste maatregelen toe te passen, moet je eerst inzicht creëren in het energieverbruik op deelinstallatieniveau. Op basis daarvan kun je dan datagedreven oplossingen bedenken.” Voor beide projecten maakt Croonwolter&dros voor de energiemonitor gebruik van twee typen data. “Enerzijds data uit de besturingssystemen, de zogeheten verborgen data. Daar kun je al heel veel mee. Stel, een tunnelventilator wordt aangezet en een halfuur later weer uitgezet. Als je dan het vermogen weet, heb je indirect ook het energieverbruik te pakken.” Daarnaast genereert Croonwolter&dros nieuwe data door middel van energiemetingen op locatie. “Zo maken we concreet waar de energie nu naartoe gaat en kunnen we de juiste maatregelen toepassen.”

Verborgen gebruikers?

Ervaring in eerdere tunnelprojecten leert dat vijf deelinstallaties 95% van het energieverbruik voor hun rekening nemen, met verlichting als grootste energieverbruiker (50%), gevolgd door ventilatie, klimaatinstallaties van de dienstgebouwen, energievoorziening (waaronder noodstroomvoorzieningen) en de pompinstallaties. “Met onze metingen willen we verifiëren of onze verwachtingen kloppen en of er ook verborgen gebruikers zijn. Inmiddels hebben we het verwachte energieverbruik in kaart plus bijpassende maatregelen om dit te reduceren. In de ontwerpfase rekenen we daar ook mee”, meldt Ruzicka. Concrete maatregelen zijn bijvoorbeeld aanwezigheidsdetectie in de tunnelbuis en het middentunnel- en kabelkanaal. “Bij oude tunnels gaat die verlichting nog niet elke nacht uit. Dus als bij onderhoud wordt vergeten het licht uit te doen, kost dat veel extra energie.” Verder worden in de energiemonitor ook kleine installaties met een relatief laag energieverbruik meegenomen, zoals brandblusinstallaties, camera’s, beveiligingsinstallaties, openbare verlichting en matrixborden.

Meerjarig onderhoudscontract

Binnen het TOP II-onderhoudscontract, dat nu iets meer dan een jaar loopt, staan naast het gebruikelijke onderhoud een paar grote activiteiten op de planning, waaronder het vervangen van de verlichting en de no-break installaties. In 2023 ligt de focus op maatregelen en metingen. En bij de Roertunnel en Tunnel Swalmen (A73) zijn in januari dit jaar energiemeters geplaatst voor het binnenhalen en monitoren van energiedata van de tunnels die worden gerenoveerd. “De vierjarige onderhoudsperiode na de renovatie stelt ons in staat om op basis van energie- en besturingsdata extra maatregelen door te voeren voor energiemanagement en energiereductie”, verklaart Ruzicka. “Verder kwam bij de A73 uit onderzoek van Rijkswaterstaat naar voren dat de basisload ‘belasting’ voor beide tunnels onverwacht hoog is. Ze hebben niet kunnen achterhalen waar dat aan ligt. Met onze energiemetingen gaan we hen daarmee helpen.”

Grote stap

In het verlengde van genoemde energiemetingen werkt Croonwolter&dros in projecten ook met CO2-metingen. “We verzamelen data over onze eigen bewegingen, om te zien hoe we projecten zo duurzaam mogelijk kunnen uitvoeren. Het vervoer van onze mensen veroorzaakt by far de grootste uitstoot: 50 tot 75% van onze totale CO2-uitstoot is vervoer gerelateerd. Onze ambitie is om in 2030 onze CO2-uitstoot met 49% gereduceerd te hebben”, aldus Lokhorst. “Een grote stap, waarvoor onder meer op TBI-niveau (de holding waarvan Croonwolter&dros samen met achttien andere bedrijven deel van uitmaakt, red.) het leasebeleid is aangepast, waarbij we alleen nog maar elektrische auto’s mogen kiezen.”

Juiste selectiecriteria

In het CO2-projectplan voor projecten wordt ook rekening gehouden met de inzet van materieelstukken voor renovatie- of onderhoudswerkzaamheden, en het toepassen van materiaal en het transport daarvan. “Zo maken die projectplannen de totale CO2-uitstoot op een project inzichtelijk. Dat stelt ons in staat met CO2-reductiemaatregelen te komen. Op die manier hebben we voor TOP II en A73 al een CO2-plan opgesteld”, zegt Lokhorst. “Op basis van data en activiteiten die aannemers uitvoeren, hebben we hierin de juiste selectiecriteria bepaald, zodat we gesteld staan wanneer we de uitvraag gaan doen bij onderaannemers.”

Zo veel mogelijk in één keer

Om tot de gewenste CO2-reductie te komen, heeft Croonwolter&dros de nodige maatregelen op het oog bij projecten. Die lopen uiteen van elektrisch vervoer, dichter bij de locatie mensen werven tot een asfaltcentrale die draait op groen gas, en projecten zo veel mogelijk in één keer doen. “Dat je niet twee keer een ketenpark hoeft neer te zetten en of dat het een halfjaar blijft staan tijdens de winterperiode en dus vorstvrij moet blijven. Verder streven we ernaar de projectperiode zo kort mogelijk te houden, ook vanwege materiaalopslag en tijdelijke wegomleidingen”, stelt Lokhorst. “En op ons project GOBS (Groot Onderhoud Bruggen en Sluizen in Flevoland) heeft onze vof-partner Hollandia zijn productielocatie van regio Rotterdam naar Friesland verhuisd, dan hoeven we voor het renoveren en vervangen van een brugdek of sluisdeur die bruggen en sluizen niet elke keer die kilometers af te leggen voor transport. Ook is de productie van de schakelkasten en verdelers verplaatst naar een locatie dichter bij Flevoland. Dit zijn hele concrete maatregelen die mede door inzichten uit de CO2-metingen aan de orde komen.”

“Nadenken over energievraagstukken zit in het DNA van Croonwolter&dros. Samen proberen oplossingen te bedenken, deze concreet maken en daadwerkelijk doen”
Kees Lokhorst, HSE-manager

Duurzame bedrijfsvoering

Genoemde ambities rond energiereductie en een lagere eigen CO2-footprint zijn exponenten van de duurzame bedrijfsvoering van Croonwolter&dros. “Ik ben nu een half jaar in dienst en mij valt op dat nadenken over energievraagstukken in het DNA van Croonwolter&dros zit. Samen proberen oplossingen te bedenken, deze concreet maken en daadwerkelijk te doen”, zegt Lokhorst. Dat Croonwolter&dros in dit streven slaagt, blijkt uit de positieve resultaten uit de audit ambitieniveau 5 van de CO2-prestatieladder. “De enige verbeterpunten betroffen hoe we met energieverbeteringen naar de klant kunnen gaan. Bijvoorbeeld nadenken over laadpalen op locaties, waar zowel Rijkswaterstaat, opdrachtgevers als ook wij onze bussen kunnen opladen”, aldus Lokhorst. “En ook klanten meenemen in de vraag hoe ze van gas naar elektriciteit kunnen overstappen, om minder afhankelijk van gas te zijn.” Voor het verkleinen van de eigen CO2-footprint en die van tunnels, bruggen en sluizen in onderhoud, onderzoekt Croonwolter&dros continu welke slimme technologische ontwikkelingen toegepast kunnen worden voor verdere verduurzaming. “Daar staan we voor.”

Stuur verhaal door