Niet recyclen, maar hergebruiken: Croonwolter&dros geeft camera's een tweede leven

ChangeInc (augustus 2022)

Incident management camera’s in tunnels en op snelwegen worden gerecycled aan het einde van hun levensduur. Dat klinkt misschien als een goede oplossing, maar het kan veel beter. Croonwolter&dros ontdekte dat veel componenten van de camera’s nog heel goed bruikbaar zijn. Partnerbedrijf Cruxin stelt er tegenwoordig nieuwe camera’s mee samen, die gewoon weer ingezet worden. Hergebruik dus, in plaats van recycling. En dat is een belangrijke stap in de circulaire economie.

De werkzaamheden van Croonwolter&dros zijn divers en legio. Het project A15 MaVa (Maasvlakte-Vaanplein), dat tot 2016 een grote reconstructie onderging, illustreert dat. Daar werkte Croonwolter&dros bijvoorbeeld niet alleen aan het ontwerp en de uitvoering van de reconstructies op het 37 kilometer lange traject. Het is tot en met 2035 ook verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van alle elektrotechnische installaties. Van verlichting en noodstroomvoorziening tot ventilatoren, detectiemelders, dynamische verkeersborden en incident management camera’s.

Zomaar weggooien past niet in de circulariteitsgedachte van Croonwolter&dros en Rijkswaterstaat. Wij zetten juist in op ‘reduce’, ‘reuse’ en ‘recycle’.
Michel Doeleman, improvement projectmedewerker

In prima staat

Recentelijk bleken 73 van deze camera’s aan vervanging toe te zijn. “Ze voldoen niet meer aan de eisen die Rijkswaterstaat tegenwoordig stelt”, legt improvement projectmedewerker Michiel Doeleman uit. “Normaal gesproken gaan oude camera’s linea recta de container in, om verwerkt te worden door een recyclingbedrijf. Maar wij hadden het vermoeden dat veel cameracomponenten nog in prima staat verkeerden en vonden het zonde om ze zomaar weg te gooien. Dat past niet in de circulariteitsgedachte van Croonwolter&dros en Rijkswaterstaat. Wij zetten juist in op ‘reduce’, ‘reuse’ en ‘recycle’.

Croonwolter&dros heeft een groot portfolio aan infra-projecten. De kans is dus groot dat de cameracomponenten elders toegepast kunnen worden. Mits ze nog bruikbaar zijn natuurlijk. Om daar achter te komen werd de hulp van partnerbedrijf Cruxin ingeschakeld. “Die heeft onderzocht hoe het met de afgeschreven camera’s gesteld was”, zegt Doeleman. “In de meeste gevallen bleek de lens aan het einde van zijn levensduur. Maar de rest van de camera (ruim 70 procent van de componenten) verkeerde in prima staat.”

Reservevoorraad aanvullen

Cruxin gebruikt de componenten tegenwoordig dan ook om nieuwe camera’s mee samen te stellen, die op de interne marktplaats van Croonwolter&dros worden aangeboden. Wat bleek: collega’s die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de Coentunnel (op de A10 in Amsterdam) wilden de camera’s graag toevoegen aan hun reservevoorraad. “Zij gebruiken daar precies dezelfde camera’s, met precies dezelfde coax-aansluiting en afmetingen”, verklaart Doeleman. “Die camera’s zijn momenteel best moeilijk te verkrijgen, dus het kwam goed uit. Op deze manier kunnen ze hun voorraad toch uitbreiden.”

Overigens kan niet elk onderdeel van de incident management camera’s hergebruikt worden. Naast de lenzen, gaan bijvoorbeeld ook de stalen behuizingen naar een staalrecyclingbedrijf. Doeleman: “Ieder project kent andere behuizingen, qua vorm, afmeting en de eisen die eraan gesteld worden. Dat maakt hergebruik helaas lastig. We hebben, na goed onderzoek, vastgesteld dat recycling in deze de beste optie is.”

Voorspellend onderhoud

De 73 camera’s van het project A15 MaVa worden gefaseerd vervangen, in batches van tien. Er zijn inmiddels al zo’n dertig camera’s vervangen, maar Doeleman is nog geen enkele camera tegengekomen die écht helemaal aan het einde van zijn levensduur zat, anders dan de lenzen, die veel te duur zijn om te vervangen.? Olle de Geest, programmamanager duurzaamheid bij Croonwolter&dros, legt uit: “Bij onze opdrachtgevers staat veiligheid voorop en ze willen een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van hun infrastructuur. Dat is ook logisch. Als een snelweg of tunnel afgesloten wordt omdat een camera uitvalt of de verkeerscentrale geen goed beeld meer heeft en de veiligheid in het geding komt, dan heeft dat meteen enorme gevolgen. Omdat we niet precies weten wanneer installaties uitvallen, worden die daarom vaak preventief vervangen. Dat zorgt ervoor dat veel componenten het einde van hun technische levensduur misschien nog niet bereikt hebben.”

Dat is zonde. Croonwolter&dros werkt daarom aan een veelbelovende manier om installaties langer te benutten, zonder dat ze uitvallen. Dat heet predictive maintenance, ofwel voorspellend onderhoud. Door een combinatie van dataverzameling (bijvoorbeeld met behulp van sensoren) en analyse van die data wordt het mogelijk om beter te voorspellen wanneer een installatie uitvalt. Op basis daarvan kan preciezer bepaald worden wanneer een installatie aan vervanging toe is. “Daar zien we veel kansen”, aldus De Geest.

“De levensduur van de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties is vele malen korter dan die van de civiele constructie, daar liggen dan ook de grootste kansen als het gaat om circulariteit.”
Olle de Geest, Programmamanager Duurzaamheid

Van recycling naar hergebruik

Máár… Op den duur moeten installaties toch vervangen worden. En volgens de regels van de circulaire economie is hergebruik beter dan recycling. Ook daar ziet De Geest veel kansen, juist bij elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties: “Croonwolter&dros werkt veel aan grote infrastructurele objecten zoals tunnels bruggen en sluizen, waarbij de levensduur ontzettend lang is. Het zijn juist de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties die we relatief vaak vervangen. De levensduur van deze apparaten is vele malen korter dan die van de civiele constructie van tunnels en andere grote infraobjecten, daar liggen dan ook de grootste kansen als het gaat om circulariteit.” Dit geldt dus niet alleen voor incident management camera’s, benadrukt De Geest. Bij alle installaties en apparatuur, van ventilatoren tot verlichting, is de potentie van hergebruik groot.

Samenwerking, uniformiteit en garanties

Maar uitdagingen zijn er ook, zeker als hergebruik op den duur op grotere schaal wordt toegepast. De Geest: “Ten eerste is samenwerking essentieel, bijvoorbeeld met leveranciers. Zij hebben immers de productkennis en -kunde in huis om te bepalen of een component wel of niet herbruikbaar is. Dat is belangrijk. Willen wij installaties kunnen hergebruiken dan is de garantie dat iets nog een aantal jaar blijft functioneren onmisbaar voor ons en onze opdrachtgevers.

Ten tweede is het belangrijk dat er op den duur meer uniformiteit en uitwisselbaarheid ontstaat in de installatietechniek, zodat componenten op meerdere plekken toepasbaar zijn. Daar is helaas nog een wereld te winnen in de infrasector, stelt De Geest: “De installaties in onze sector zijn vaak maatwerkoplossingen. Dat rijmt niet met een circulaire economie en staat hergebruik juist in de weg. Het wordt een enorme klus om daar als sector verandering in te brengen.”

Vraag en aanbod matchen

Ten derde wordt het een enorme klus om vraag en aanbod aan elkaar te matchen. “In een ideale wereld wisselen alle partijen in de bouw- en infrasector aan de lopende band producten en materialen met elkaar uit. Zowel in Nederland als daarbuiten”, aldus De Geest. “Maar dat kan alleen als het toegankelijk en gemakkelijk is”. “Bij Croonwolter&dros hebben we daar een interne marktplaats voor. Die werkt goed, maar iets vergelijkbaars rol je niet zomaar uit voor een hele branche.”

Bewustwording

Genoeg te doen dus. Tegelijkertijd ziet Doeleman op projectniveau al veel positieve ontwikkelingen. Circulariteit leeft steeds meer onder medewerkers bij Croonwolter&dros, merkt hij: “Producten worden niet zomaar de container in gegooid. We kijken er met z’n allen steeds kritischer naar. Dat stukje bewustwording is een mooie ontwikkeling.”

Volgens De Geest is die bewustwording ook sectorbreed belangrijk: “Opdrachtgevers en -nemers moeten samen om de tafel om de juiste kaders en spelregels voor hergebruik te bepalen. Op die manier zorgen we ervoor dat zo min mogelijk installaties afgedankt worden wanneer ze nog in goede staat verkeren.”

Stuur verhaal door