"Een efficiënte realisatie begint bij de voorbereiding" - Renovatie Tweede Kamer

Thom Verhoeff werkt als hoofduitvoerder bij J.P. van Eesteren aan de renovatie van de gebouwen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op het Binnenhof in Den Haag. Anderhalf jaar geleden begon hij met de voorbereidingen die ervoor moeten zorgen dat het in de realisatiefase van de renovatie straks geolied verloopt.

Na anderhalf jaar intensief werken, heet wat jullie doen nog steeds voorbereiding en niet realisatie. Hoe zit dat? 

‘Wij, dat zijn de TBI-ondernemingen J.P. van Eesteren, Croonwolter&dros en Nico de Bont, nemen het grootste deel van de totale renovatie van het Binnenhof voor onze rekening: de gebouwen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dat zijn zeven gebouwen, met 3.000 ruimten, totaal ongeveer 70.000 m2, die enorm verschillen in leeftijd en conditie. Je kunt hier geen muur of plafond openmaken en geen schep in de grond steken zonder iets te ontdekken dat consequenties heeft voor de renovatie. Ook het werk van de archeologen hier heeft invloed op wat wij doen. Ons werk is nu vooral gericht op het vaststellen hoe en waar we straks gaan bouwen, renoveren en installeren. Door nu de vragen over de maakbaarheid te beantwoorden, kunnen we in 2025 starten met een efficiënte realisatie. Maar de scheiding tussen voorbereiden en realiseren is niet heel zwart-wit. Zo leggen we nu al verbindingskanalen tussen de gebouwen voor allerlei voorzieningen.’

Heb je een voorbeeld van zo’n onderzoek naar de maakbaarheid?

‘Bij het oude gebouw K, van het voormalige ministerie van Koloniën, worden nu vloeren uit elkaar gehaald en teruggelegd. Die operatie dient om te zien of ze later – na het plaatsen van installaties – weer in oude staat kunnen worden teruggelegd. We gaan dit bij de realisatie dus nog een keer doen, maar dan wel met de ervaring van de eerste keer.’

Maken jullie gebruik van digitale hulpmiddelen?

‘Jazeker, alle gebouwen zijn volledig driedimensionaal in een BIM-model gezet. En met een OpenSpace-camera maken we regelmatig 360°opnamen op de bouwplaats. Die beelden worden aan het BIM-model toegevoegd, zodat je ook steeds de echte situatie kunt zien.’

Bij de voorbereiding hoort ook de inrichting van de bouwplaats. Kun je daar iets over vertellen?

‘Er staat nu een hek om de delen waar we aan werken, maar straks komt er rondom het gehele Binnenhof een bouwschutting met vijf poorten. Ook moet er plek worden ingeruimd voor drie grote kranen. Verder zullen alle gebouwen worden ontdaan van hun installaties, waardoor er dan geen water, elektra en verwarming meer is. Maar de gebouwen moeten, voor hun behoud, wel op de juiste temperatuur en luchtvochtigheid worden gehouden. Daarvoor worden tijdelijke installaties en een stroomnetwerk aangelegd die na de bouwfase worden weggehaald zodra de definitieve installaties zijn geplaatst. Dit vraagt vooral veel van onze collega’s van Croonwolter&dros.’

Jullie werken, waar mogelijk, met elektrisch materieel. Wat heeft dat voor consequenties?

‘Die overstap lijkt simpel, maar er komt veel bij kijken. Bijvoorbeeld de beschikbaarheid van materieel, waarbij geldt dat hoe groter het benodigde vermogen is, hoe kleiner de beschikbaarheid van dat materieel in de markt. Ook heb je een zwaardere aansluiting nodig en een netwerk met laadpunten op de bouwplaats, waar weer andere maatregelen voor gelden. Binnen deze beperkingen moet je zorgen dat de situatie werkbaar is voor de uitvoerders. Zij moeten bijvoorbeeld niet te maken krijgen met materieel waarvan de accu’s leeg zijn.’

Intussen verschijnt er een indrukwekkende bouwkeet op het Plein.

‘Ja, dat klopt. De bouwketen nemen een oppervlak van 65 x 12 meter in beslag en zijn drie etages hoog. In deze kantoorruimte komen de collega’s te werken die nu een plekje hebben in de gebouwen van de Tweede Kamer, maar daar moeten vertrekken zodra de realisatie start. De bouwketen  worden onze gezamenlijke werkplek voor de komende jaren.’

Ervaar jij het als een voordeel dat hier drie TBI-ondernemingen samenwerken?

‘Een voordeel is dat veel mensen elkaar al kennen van eerdere projecten en dat iedereen kantoor houdt op de bouwlocatie. Daardoor word je gaandeweg meer een medewerker van onze bouwcombinatie, dan van Croonwolter&dros, Nico de Bont of J.P. van Eesteren. Ons werk heeft veel raakvlakken met dat van Nico de Bont. Het is mooi om te zien hoeveel liefde deze collega’s hebben voor de monumentale onderdelen in en om de gebouwen.’

Wat vind je leuk aan jouw rol als hoofduitvoerder? 

‘Dat ik overzicht heb op het totaal en met heel veel verschillende partijen praat. Niet alleen met de drie TBI-ondernemingen, maar ook met het Rijksvastgoedbedrijf, de gemeente, de brandweer, de beveiliging. Monumentenzorg, archeologen en meer. Voor hen ben ik een belangrijke vraagbaak. Dus ik neem deel aan tal van overleggroepen en ben elke dag bezig om het bouwplan verder in te vullen. Naarmate de bouw vordert, zal het gedetailleerde werk zich over verschillende teams verspreiden en zal ik me meer tot de grote lijn beperken. Het is boeiend om te werken op een project dat regelmatig in de media wordt opgevoerd.’

Stuur artikel door